Welkom in het gezinshuis van Hilde en Bert, een warme thuishaven

Opgroeien wil kinderen uit de jeugdhulp een veilig thuis bieden in gezinshuizen. In Bonheiden (bij Mechelen) delen Hilde Engels en Bert Meersman hun leven met vijf tieners. Gezinshuisouder zijn is voor hen niet slechts een baan. Het is een manier van leven.

Hilde opent de deur naar hun gezinshuis, een gezellig woonhuis waar de inkomhal versierd is met knuffels, lichtjes en planten. Als gezinshuisouders bieden Hilde en Bert professionele zorg aan de kinderen die ze opvangen, hoewel ze het zelf niet echt als een baan zien. Ze zijn sinds1996 werkzaam bij Jeugddorp en intussen hebben er al 25 kinderen bij hen gewoond. 

Vandaag is Opgroeien op zoek naar nieuwe gezinshuisouders in heel Vlaanderen zoals Hilde en Bert. Gezinshuizen lijken op gewone gezinnen, maar minstens één van de ouders is een professional in de zorg. 

Het is een goed aanbod voor kinderen die niet thuis kunnen opgroeien om ze een zo gewoonmogelijke jeugd te geven, met de nodige begeleiding en ondersteuning. 

Hoewel het leven als gezinshuisouder niet altijd gemakkelijk is, streven Hilde en Bert ernaar om de kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling “We willen ze alle kansen bieden om op te groeien zoals andere kinderen. Het is een doordachte beslissing van geweest van ons beiden. Een goede mentale balans voor jezelf als gezinshuisouder is essentieel, evenals de betrokkenheid van het team van Jeugddorp dat ons ondersteunt”

Als gezinshuisouder ben je nauw betrokken bij de context van de kinderen die je opvangt, inclusief hun familie, vrienden en vorige opvanggezinnen. Hilde: “Soms verloopt dit soepel, maar soms ook niet. Sowieso is het belangrijk omrechttoe, rechtaan te communiceren met de ouders, ook over moeilijke onderwerpen .”

“We hopen dat er heel wat mensen zich kandidaat stellen als gezinshuisouder in de komende maanden. We halen enorm veel voldoening uit deze job. We hebben tot de dag van vandaag heel wat contact met de jongeren die hier zijn opgegroeid. Dat ze hier bij ons dan komen vertellen hoe het met hen gaat, is hartverwarmend.”